Voordat gas in de meeste woningen voor verwarming en koken gebruikt werd, was daarvoor in ieder huishouden petroleum nodig. Er waren winkeltjes waar je kolen, turf en petroleum kon kopen, maar petroleum werd ook aan huis verkocht. Meestal door ‘oliemannetjes’, maar in het geval van Corrie en haar moeder een ‘olievrouwtje’. In 1967, toen tante Corrie stopte, gebruikten alleen ouderen nog vaak naast hun gasfornuis een emaillen petroleumstel in de keuken, sommigen hadden nog een losstaand petroleumkacheltje voor bijverwarming, maar de hoogtijdagen van petroleum waren toen al lang voorbij. Bij het kamperen of gebruikte je toen vaak nog wel een olielamp.
In 1966 gebruikte de socialistische premier Joop den Uyl in een redevoering een ‘olievrouwtje’ als voorbeeld van een gewone vrouw. Dat was toen buitengewoon oubollig en werd als wereldvreemd ervaren.