Elisabeth Admiraal (*1702) gaf dus zelf de opdracht om de krijtmolen te bouwen. Ze kocht op 12 juni 1792 voor 350 gulden het Jan Betten-ven in de Buiksloterpolder, “groot een dijmpt tweehonderd twaalf roeden”. Nog datzelfde jaar werd de molen voltooid en in gebruik genomen. Als eerbetoon aan haar man liet Elisabeth – dan negentig jaar oud – twee leeuwen op het zuidoostelijke dak van de molenschuur plaatsen. Ze overlijdt in 1793.
Elisabeth was een nakomeling van Cornelis Dirkszoon uit Monnickendam die bij de Slag op de Zuiderzee in 1573 de Spaanse vloot versloeg en zo de Noord-Nederlandse Opstand redde. Vandaar de familienaam Admiraal. De kinderen van Elisabeth Admiraal en Roelof de Leeuw staan ingeschreven in het doopboek van de gereformeerde gemeente te Monnickendam. Twee dochters Klasina van 1726 en 1728, zoon Nicolaas Theodorus in 1936 en zoon Dirk Roelofsz in 1739. In Stadsarchief Amsterdam is o.a. de notariële akte te vinden waarin Elisabeth Admiraal vier jaar na de dood van Roelof de Leeuw een aantal veranderingen aanbrengt in het langstlevende testament dat zij met haar man had laten opstellen. De kinderen worden daarin genoemd. Zie ondertekening op de afbeelding: NB Elizabet Admiraal.
Op de oudste foto van de molen, gedateerd van voor 1896 (zie afbeelding), zijn de leeuwen te zien. Spoedig na 1896 ze zijn helaas verdwenen.
Krijtmolen d’Admiraal De molen maakte krijt, als grondstof voor witkalkverf, en tras van gemalen tufsteen. Gemengd met gezeefd schelpkalk en zand geeft tras een metselspecie die geschikt is voor sluizen en kelders, omdat die specie niet in water oplost. De molen is een rijksmonument, en soms wordt er nog krijt gemalen.
Tijdens het nationale molenweekend in mei 2009 stonden er na 120 jaar weer twee leeuwen op de molen, samen met een kopie van een reclamebord dat ooit door de leeuwen werd geflankeerd.
Website van de Krijtmolen
Ten noorden van Buiksloot hebben langs het Noordhollandsch Kanaal meer industriële molens gestaan, zoals buskruitmolen nr. 4. van Jan Willem Stavonius, een kruitfabrikant, die de molen al voor 1654 liet neerzetten. Deze kreeg later de naam Lammerenberg.