[Op de foto: Juf Geziena de Haas met 30 leerlingen in 1960 te Schellingwoude.]
In oktober 1940, enkele maanden na het begin van de Duitse bezetting, moeten ambtenaren in 1940 de zogenaamde Ariërverklaring invullen en gaat voor joodse mensen een werkverbod gelden. Geziena de Haas is sinds 1937 onderwijzeres in vaste dienst te Schellingwoude. Op 6 augustus 1941 wordt zij ontslagen, omdat ze meer dan twee joodse grootouders heeft en dus geen les meer mag geven aan niet-joodse kinderen. De Joodsche Raad neemt haar aan als hoofd van de 15e Joodsche school, die onderdak krijgt bij de Campanulaschool aan de Floraweg. Eén klas met 25 leerlingen van alle leeftijden, die van wel 13 verschillende scholen uit Noord komen. In Noord wonen maar weinig joodse gezinnen.
Geziena de Haas, geboren op 6 augustus 1902, heeft de hoofdakte en wel vijf andere aktes, waaronder Duits. Werkend in Schellingwoude, woont ze nog in de Paramaribostraat 58 II, bij haar moeder Johanna Lindeman, weduwe van Mozes de Haas. Vader de Haas was koopman in machineolie en vetten. Het zou zo maar kunnen dat Geziena dagelijks het Schellingwouderbootje achter het Centraal Station pakt.
Ze is de oudste van vier kinderen. Zus Diena is drie jaar jonger en een kwekeling, die vanaf oktober 1941 op de 15e Joodsche school nuttige handwerken geeft. Zus Suzanna, geboren in 1909, is stenotypiste, trouwt met Karel Smael en vertrekt naar Rotterdam in 1931. Johannes uit 1915 is de benjamin, en hij wordt wordt journalist en assistent fotoredacteur bij de NSB-pers. Hij trouwt, krijgt twee zoontjes en verhuist in 1943, ook naar Rotterdam.
De eerste opgave van personeelskosten voor de 15e Joodsche school betreft alleen Geziena, en dateert van eind september 1941. De opgave moet gewoon naar de afdeling onderwijs, kamer 262 van het stadhuis, en niet naar de Joodsche Raad. Die wordt pas in december 1942 verantwoordelijk voor de schoolkosten.
Stamkaart van Diena de Haas in december 1941
Wethouder Smit laat de salarissen uitbetalen door de Gemeente Ontvanger, Herengracht 196. Geziena kan daar tussen 12 en 2 uur f 8,47 ophalen voor verrichte werkzaamheden op 29 en 30 september 1941. In oktober krijgt ze voor de hele maand f 126,94 netto. Pas in november 1941 tekent Geziena de maandelijkse opgaven als hoofd der school.
Haar zus Diena de Haas is dan net juf Nuttige Handwerken geworden. Voor die twee uurtjes per week krijgt ze f 7,74 per maand. Diena wordt in december 1941 aangesteld als kwekeling.
Op de loonstaten staan ook andere leerkrachten. Aanvankelijk krijgen de kinderen vijfenhalf uur gymnastiek van meester Oostra. Half december 1941 volgt de heer Nathan Roeg hem op. In de zomer van 1942 ondertekent Geziena deze personeelsstaten niet meer. Geziena en Diena duiken onder. Naar later zal blijken gaat Geziena naar Rotterdam. Waar Diena is ondergedoken is niet bekend. In het najaar van 1942 zijn de juffen De Haas volgens de boeken ontslagen.
Het Poortgebouw van Asterdorp.
Woningkaart uit het stadsarchief van Amsterdam.
De Joodsche Raad vindt de huur van f 1000 voor maar één klasje te hoog en de school verhuist in januari 1943 naar de Blauwe Distelweg 94, naar een ruimte op de bovenverdieping van het poortgebouw van Asterdorp. Henri Alter, een bewoner, neemt onbezoldigd de zorg voor de klas met 22 leerlingen op zich. Vanaf juli 1942 is Asterdorp een doorgangsplaats voor joodse gezinnen uit o.a. het Gooi. Bij een inspectie in het voorjaar van ’43 zijn er nog 14 leerlingen. En dan is er het net gestarte kleuterklasje van Fröbel-juf Hendrina Blok-Frank, in de woning op nummer 92. Van veel kinderen zijn de namen bekend via de ‘klompenbriefjes’ bij het NIOD.
Na twee razzia’s in mei 1943 is Asterdorp leeg.
Geziena de Haas en meester Hendrik van Dalfsen met 30 leerlingen in 1960, Schellingwoude
Na de oorlog
Juf Geziena de Haas heeft de oorlog overleefd door tijdig onder te duiken. Ze komt 1 oktober 1946 terug als onderwijzeres voor de laagste klassen van de school in Schellingwoude, waar meester Van Dalfsen nog steeds hoofd is. Haar ontslag tijdens de oorlogsjaren wordt via de regeling Rechtsherstel ‘verrekend’ en dat scheelt haar zo’n drie dienstjaren.
Op de 31e oktober 1946 trouwt ze met Jacob Kleingeld, geboren in 1886. Bij zijn familie heeft ze in Rotterdam ondergedoken gezeten. Het stel krijgt onderdak bij Gerrit Prins, op de Monnickendammerstraat 49. In september 1947 is Jacob Kleingeld hoofdbewoner van IJdijk 99 huis. In 1959 verhuizen Geziena en Jacob naar de Watergangseweg 29 in Nieuwendam. Jacob overlijdt 1 maart 1964 en Geziena gaat na haar afkeuring begin 1965 vervroegd met pensioen. Zij overlijdt in maart 1977.
Ook Diena overleeft de oorlog. Ze werkt in 1948 bij de P.T.T. Amsterdam als telefoniste, maar gaat in 1954 toch weer het onderwijs in. Een vervanging, waarschijnlijk van haar eigen zuster, brengt haar in augustus 1964 naar Schellingwoude. Diena’s aanstelling wordt in 1966 verlengd. Op 1 april 1970 gaat ook Diena met pensioen. Ze woont dan nog steeds in de Frederik Hendrikstraat 10, het laatste adres van haar moeder.
Het verhaal gaat dat Geziena de Haas, streng in de leer, tijdens schrijflessen linkshandige leerlingen hun linkerhand met een rood lint op de rug bindt. Maar ze heeft ook voor Sinterklaas gespeeld.