Maria was van 1917 tot-1920 onderwijzeres in Assendelft en werd daarna invalkracht in Amsterdam. Gerrit en Maria trouwen in 1923 en vertrekken naar Durgerdam, waar hun eerste kind wordt geboren.
Vanaf 1931 bepaalt het Algemeen Rijksambtenaren Reglement dat een vrouw bij haar huwelijk uit Rijksdienst wordt ontslagen. In 1933 geldt die regel voor alle overheidsdiensten. Gehuwde onderwijzeressen kunnen incidenteel ontheffing krijgen om les te mogen geven, als invalkracht. In 1927 geeft Maria les aan de Purmerschool. Zij verzorgt ook de handwerklessen in Durgerdam en Schellingwoude, tot 1937.
Maria heeft in 1938 dus haar handen vrij en gaat als leidster de dames van Schellingwoude het nuttige handwerken leren. Tikkende pennen en babbelende monden gaan goed samen. (Foto: handwerkgroepje in Den Haag). Dat blijk als DHVS in 1939 een feestavond organiseert voor de militairen die wegens de mobilisatie in het dorp zijn gelegerd. Er wordt toneel gespeeld, er klinkt harmonicamuziek en de dansvloer is tot vier uur ’s ochtends bezet. Er zijn ook zo’n 100 niet-militairen uitgenodigd om de militairen niet als een aparte groep weg te zetten. De heer G. Boom, correspondent van de Provinciale Noord-Hollandsche Courant, meldt dat die mannen in het groen een buitengewoon prettige avond hebben gehad, en …. “ze verdienen een pluim voor hun keurig optreden.” Wat zal er hard gebreid zijn na het feest. De bazaar voor de kerk heeft er baat bij. Als de oorlog uitbreekt en de winters koud zijn, worden heel wat sokken en wanten afgehecht.
De familie Boom verhuist in december 1940 naar Amsterdam. Ook de vrouw van het volgende schoolhoofd, Johanna J. van Dalfsen-Rotgans, geeft twee uurtjes handwerkles, en lichamelijke opvoeding. Ook zij krijgt ontheffing door een aanstelling als invalkracht op uurbasis. Haar salaris gaat naar de rekening van man Hendrik. In mei 1959 krijgt Johanna een vaste aanstelling op een BLO-school.